Productgroep
Thermische beveiligingen LRD en LR9 voor de TeSys D en F contactoren
Doel
Selecteren van het juiste thermisch relais
Oplossing
De thermische relais van de Schneider Electric contactoren LC1D en LC1F worden ingedeeld in vier verschillende uitschakelklassen. De respectieve referenties voor onderstaande uitschakelklassen kan u in de catalogus terugvinden
- klasse 10A,
- klasse 10,
- klasse 20,
- klasse 30.
Deze klassen hangen af van de tijd vanaf wanneer het thermische relais gaat uitschakelen vanaf een koude toestand tot het moment waarop het een overbelasting detecteert.
Een koude toestand betekent "zonder voorafgaande stroomdoorgang".
| 1,05 Ir | 1,2 Ir | 1,5 Ir | 7,2 Ir | |
| Klasse | Uitschakeltijd vanaf een koude toestand | |||
| 10A | > 2h | < 2h | < 2 min | 2 s ≤ tp ≤ 10 s |
| 10 | > 2h | < 2h | < 4 min | 2 s ≤ tp ≤ 10 s |
| 20 | > 2h | < 2h | < 8 min | 2 s ≤ tp ≤ 20 s |
| 30 | > 2h | < 2h | < 12 min | 2 s ≤ tp ≤ 30 s |
Ir is de instelstroom van het thermisch relais die tussen 2 drempels (hoog en laag) kan ingesteld worden maar gebaseerd is op een gemiddelde waarde, namelijk het kaliber van de bijhorende contactor.
Het relais is ingesteld op de nominale waarde van stroom die door de ontvanger stroomt die het beschermt Ir = In.
Hoe hoger de aanloopbelasting, hoe hoger het vereiste koppel (dus de stroom) zal zijn. De motoren zullen dus gedimensioneerd worden om deze overbelastingen te verdragen
(bij gelijk kaliber zal een extrudermotor robuuster zijn dan een motor van een transportband).
Voorbeeld
Om het gebruik van een extruder motor te optimaliseren zal men een thermisch relais klasse 30 dienen te selecteren zodat deze niet uitschakelt bij de geringste overstroom.
Gepubliceerd voor:Schneider Electric Belgium
